U bent hier

Beschrijving van de tuinen

  • Petit cloître - Photo A Nollet
  • Cloître du cimetière - Photo A Nollet
  • Petit cloître - Photo A Nollet

Lange tijd werden tuinen weinig betrokken bij het restauratiebeleid van historische monumenten.

Dankzij recent onderzoek en de belangstelling van het publiek wordt nu ook de tuin weer in ere hersteld.

In 1999 is het Kartuizerklooster begonnen met het herstel van de oude kloostertuinen en is het een reflectie gestart over de manier waarop dit zou gebeuren. Het onderzoeksteam Artopos uit Montpellier deed onderzoek in archieven en naar gewassen en voerde geologische en Hydro-geologisché studies en biologisch bodemonderzoek uit. Hiermee kon de basis worden gelegd voor een herstelproject: de gerenoveerde tuinen van het klooster vormen geen identiek herstel in de oorspronkelijke staat, maar de geest is behouden. Alle tuinen geven blijk van de nauwe band van de monniken et de natuur en hun grote plantenkennis. Bij de aanleg is ook rekening gehouden met de nieuwe functies van de ruimtes waar tegenwoordig kunstenaars in residentie worden ontvangen en voornamelijk toneelschrijvers.

Een kartuizerklooster is een ruimte waar evenwicht bestaat tussen de minerale en de vegetale wereld. Daar de monniken in een gesloten wereld leven, in de eenzaamheid van hun cel, hebben zij behoefte aan toegang tot de natuur. Om zich een voorstelling te maken van de belangrijke rol van de tuinen in het klooster, moet men zich inbeelden dat meer dan de helft van de oppervlakte was beplant. De tuinen vervulden verschillende functies. De tuinen bij de cellen ondersteunden de monniken bij hun gebed en diende als ruimte voor meditatie. Bovendien zorgden boomgaarden en moestuinen ervoor dat zij in hun behoeften aan groente en fruit konden voorzien.

Zij vormden een ontspanningsruimte en een eerbetoon aan de Schepper.

Om de bloemen en bomen van de kartuizers te leren kennen biedt de navolgende plattegrond wat afbeeldingen van de 10 tuinen. Enkele waren privétuinen (de kruidentuin en de tuin van de sacristiemeester), andere behoorden tot de gemeenschappelijke delen (kloostergangen, kerkhof), en dan waren er nog wat tuinen die we statietuinen zouden kunnen noemen, bestemd voor gasten op doorreis die bij de kartuizers verbleven

La Chartreuse.