U bent hier

De Kleine kruisgang en de Kapittelzaal

  • © Alex-Nollet La Chartreuse
  • © Alex-Nollet La Chartreuse
  • © Alex-Nollet La Chartreuse
  • © Alex-Nollet La Chartreuse
  • © Alex-Nollet La Chartreuse
  • © Alex-Nollet La Chartreuse
De Kleine kruisgang dateert uit de eerste stichtingsperiode van het kartuizerklooster onder paus Innocentius VI. De zuidelijke galerij wordt ook de “spreekgalerij”genoemd, omdat de monniken op zon- en feestdagen hier even de stilte mochten verbreken, met hun kap over het hoofd, de ogen omlaag gericht, zonder dat de blikken elkaar kruisten. Hier verzamelden zij zich ook op de vooravond van feestdagen voor de “recordaties” (repetitie van de officies). Deze kruisgang was de de fraaiste van het hele kloostercomplex.
 
Petit cloître 1 Petit cloître 3 Petit cloître 4 Petit cloître 5 Petit cloître 2

De kleine kloostergang is een wandelruimte met veel groen. Voor de kartuizers was het een afspiegeling van het Hemelse Jeruzalem.
Ondanks deze weelde, was de stijl er sober en kenmerkend voor de smaak van de inwoners van Avignon in de tijd van de pausen. De met grijnzende beesten versierde onderzijde van de gewelfaanzetten zijn hier afgebeiteld en waren voorzien van een neutrale stuclaag die op verschillende plaatsen nog aanwezig is.
Aan de westkant voerde de kruisgang naar de refter, voormalige eetzaal (tinel) van Innocentius VI.

 

De Kapittelzaal lijkt klein, omdat hij bij de stichting in 1356 voor slechts twaalf monniken was bestemd. Rondom ingesloten door gebouwen, was uitbreiding later niet meer mogelijk. In tegenstelling tot wat men in de abdij van Sénanque kan zien en in alle cisterciënzer abdijen waar het kapittel open staat voor de blik en voor het licht van buiten, bevat deze ruimte bij de kartuizers slechts een deur die dicht wordt gehouden (hier komt de uitdrukking: geen stem in het kapittel hebben vandaan). Het is het kapittel van de paters. Het gebouw heeft ook een kapittel voor de broeders.

In het kapittel wordt gebiecht en penitentie ontvangen. Hier wordt tevens de regel van de orde gelezen, men leest er een kapittel (hoofdstuk). Het is de plaats van de prior predikt voor belangrijke ceremonies. Hier worden ook de novices opgenomen. Het is de vergaderruimte voor daden van beheer (verkopen van land, een vat wijn, enz.) Als de gemeenschap zich ergens toe verbindt is overleg nodig.

Dit kleine beeldhouwwerk, een gewelfaanzet, werpt veel vragen op. Men vermoedt dat het een voorstelling is van het thema van de “osculum infame", de kus der schaamte. Bij satanische rituelen, dient de anus van de duivel, afgebeeld als bok, te worden gekust. Of duidt deze afbeelding op de zwijgplicht, het gebod de mond niet voor wat dan ook te gebruiken? Men zegt ook wel dat de steenhouwers soms antiklerikaal waren...
 
Christ aux anges, Reynaud Levieux
Christus met engelen, olie op doek van Reynaud Levieux, rond 1650 (Museum Pierre de Luxembourg, Villeneuve-lez-Avignon).
Dit schilderij sierde oorspronkelijk een van de retabels van de kapittelzaal.